Dagelijks leven in Uppsala

In mijn vorige blog schreef ik over mijn aankomst in Uppsala en mijn eerste weken. Ik zal in deze blog wat meer vertellen over mijn dagelijks leven hier en de universiteit.

Ik woon in een echte studentenwijk, genaamd Flogsta. Er staan hier een stuk of 12 flats en de meeste ervan worden bewoond door studenten. De ratio Zweedse en internationale studenten is ongeveer 50/50 waardoor het een erg levendige buurt is. Bijna al mijn vrienden wonen hier dan ook en je hoeft nooit langer dan een paar minuten te lopen om bij elkaar langs te gaan. Verder is de goedkoopste supermarkt van de stad om de hoek, is er o.a. een pizzeria en een kapsalon en kan je elk weekend wel een huisfeestje vinden. Het is heel fijn hoe goed Uppsala University alles voor de exchange studenten organiseert. Het enige wat ik voor mijn kamer heb moeten doen is een top 3 van locaties doorgeven en hoppa, ik had een kamer. Ik woon op een corridor met 12 mensen. Wij wonen met 6 internationals en 6 Zweden. Helaas hebben onze Zweedse huisgenoten niet zoveel zin in een nieuwe lading internationale studenten en heb ik hier uiteindelijk niet heel veel contact mee. Ik denk dat je hier een beetje geluk mee moet hebben want ik ken een aantal mensen die wel een heel leuk huis hebben. Het voordeel aan een corridor waar iedereen nogal op zichzelf was wel dat ik bijna nooit met oordoppen hoef te slapen. Bovendien is het heel erg chill dat er in een straal van 500 meter altijd ergens wel een huisfeestje te vinden is, maar je wel weet dat je daarna heerlijk kan slapen.

Ik volg hier 2 onderwijskundevakken (een van 15 ECTS) en hiernaast doe ik nog Basic Swedish 1. Na dit vak kan ik helaas geen vloeiend Zweeds maar het helpt zeker met o.a. boodschappen doen en de weg vinden. De universiteit zit over de hele stad verspreid. Er is dus geen sprake van slechts één campus. Ik zit meestal in een vrij modern gebouw vlak bij het centrum. Wat erg opvallend is op de universiteit is dat er altijd een rij staat voor de vele magnetrons in de universiteitsgebouwen. Men neemt hier niet op z’n Nederlands een lunchpakketje met boterhammen mee maar warmen hun lunch op in de magnetron. De Zweden houden sowieso van een grote en warme lunch, iets waar ik zeker wel aan kan wennen.

Naast studeren ga ik vaak naar de nations waar ik in mijn vorige blog al over gepost heb. Hier kan je ’s avonds goedkoop eten en een bietje of wijntje drinken. Ook heeft bijna elke nation zijn eigen clubnight dus er is altijd wel een feestje te vinden. Alle nations sluiten echter wel om 1 of 2 uur. Uitgaan begint dus ook een aantal uur eerder. Vooral aan het begin van het semester hebben we vaak lang in de rij moeten staan. Ik weet nog steeds niet waarom, maar in de rij staan lijkt een soort hobby van de Zweedse studenten te zijn. Het is niet ongebruikelijk dat je anderhalf uur in de rij staat en dan eindelijk binnen komt in een niet eens zo drukke club. Soms kan je ook uren in de rij staan en gewoon niet binnen komen. Naar mate het kouder en drukker werd, werden de rijen gelukkig wat korter en hoefde je niet om 8 uur al naar het centrum te racen om ergens binnen te kunnen komen. Dit was een van de weinige voordelen van de Zweedse winter!