Brigitte in Uppsala
Field Study
Als onderdeel van mijn vak Education and Teaching – an International process mocht ik drie weken meelopen op een school in Uppsala. Hiervoor werd ik, op basis van mijn vooraf doorgegeven voorkeur, ingedeeld op een school. Ik had aangegeven graag op een basisschool ingedeeld te willen worden. Ik had veel geluk en werd ingedeeld op een Glunten Montessorischool op 5 minuten fietsen vanaf mijn studentencomplex.
Het Zweedse schoolsysteem in een notendop:
- 1-5 jaar förskola (niet verplicht maar 85% van de kinderen gaat erheen)
- 6 jaar förskoleklass (niet verplicht maar wederom gaat bijna elk kind erheen, en er wordt over nagedacht om het verplicht te maken)
- 7-16 jaar grundskola (verplicht)
- 16-19 jaar gymnasieskola (niet
verplicht, maar een voorwaarde om naar hoger onderwijs te kunnen) - >19 hoger onderwijs
Onderwijs is gratis en schoolmaterialen en lunch ook!
De school waar ik werd ingedeeld is een Montessorischool met een förskola, förskoleklass en grundskola. Bij het vak vernieuwingsonderwijs van de ALPO in Utrecht had ik al het een en ander geleerd over montessorionderwijs. Montessori met als motto ‘leer mij het zelf te doen’ waarbij de leerkrachten het materiaal presenteren, waarna leerlingen veel zelfstandig werken.
Op de school werd ik gekoppeld aan een docent van de klas F-1. Dit betekent förskoleklass en grade 1 (6 en 7 jaar). De meeste dagen heb ik in die klas geobserveerd. Mijn wens was om zoveel mogelijk verschillende leeftijden op de school zien om een beeld te krijgen van het hele schoolsysteem. Ik heb de kans gehad om ook te kijken bij förskola (4-5 jaar), grade 4-5 (10-11 jaar), grade 6 (12 jaar) en grade 8 (14 jaar). Het observeren was heel interessant, ook zonder de Zweedse taal te kunnen verstaan. Tussendoor heb ik de docenten zoveel mogelijk vragen gesteld en heb ik heb de directeur geïnterviewd. Bij grade 6 en grade 8 was ik heel blij dat ik ook wat aan de leerlingen kon vragen in het Engels. Het viel me op dat het niveau van Engels is erg hoog in Zweden. Van de docenten heb ik geleerd dat de school werkt aan de hand van de 8 principes van Montessori. Deze principes zal ik kort toelichten met een beschrijving van hoe ik deze principes terug heb zien komen op de school.
Beweging en cognitie verwijst naar het verband tussen beweging en mentale ontwikkeling. In förskola is bijvoorbeeld alles zo geordend in het klaslokaal en op maat gemaakt dat kinderen er zelf bij kunnen. De omgeving is zo aangepast dat de kinderen zelfstandig kunnen en leren werken. Tijdens de lessen F-1 was kwam beweging ook veel terug. Zowel korte bewegingsoefeningen tussen momenten van werken als bewegingsoefeningen met een educatief doel. Zo maakten ze bewegingen bij het zinnetje: ‘een zin begint met een hoofdletter en eindigt met een punt’.
Keuze & Interesse om de intrinsieke motivatie van de kinderen te versterken is montessorionderwijs gericht op vrije keuze. Het idee hierachter is dat kinderen werken op basis van interesses en als ze klaar zijn een nieuwe interesse ontwikkelen. Dit zag ik terug in een les Zweeds van grade 6 waar de leerlingen hun eigen onderwerp voor een speech mochten bedenken. Een aantal kinderen wilden een speech over elkaar schrijven. In plaats van de leerlingen te forceren een meer ‘educatief’ onderwerp te kiezen vond de leerkracht dit prima, omdat dit ze nu bezighield. Ook in grade 1 waar ze tijdens eigen werktijd een planner hebben met activiteiten om te kiezen zag ik keuze en interesse terug. Ook wordt de planner aangepast op basis van interesses. Als de leerlingen hun planner hebben afgerond mogen ze aangeven wat ze graag op hun volgende planner willen. Dit neemt de leerkracht mee bij het maken van de volgende planner. Bij grade 4-5 zag ik tijdens het rekenen dat leerlingen de keuze hadden met welk materiaal (bijvoorbeeld een methodeboek of losse opdracht kaarten) ze aan het doel van de week gingen werken.
Intrinsieke beloning gaat over het werken vanuit intrinsieke motivatie met het idee dat dit de ontwikkeling bevordert. Op een montessorischool geven leerkrachten feedback aan leerlingen en wordt zelfreflectie en onafhankelijk leren aangemoedigd. Het doel hiervan is het bevorderen van een zelfstandige leerling die van leren houdt. Dit principe vond ik moeilijk om terug te zien en ik durf er niet veel over te zeggen. De momenten van feedback waren lastig te begrijpen in de klas door de taalbarrière.
Leren met en van klasgenoten gaat over de klassen met meerdere leeftijdsgroepen bij elkaar waardoor leerlingen van elkaar kunnen leren en de rol van ‘mentor’ kunnen innemen. Op de school zag ik dit vooral terug in de onderbouw en middenbouw. Bij F-1, grade 2-3 en grade 4-5 zitten allemaal twee jaarlagen bij elkaar in de klas. Vanaf grade 6 is er één jaarlaag per klas. In de klassen met twee jaarlagen zag je dat alle leerlingen door elkaar zaten en de ruimte kregen om elkaar te helpen.
Leren in context betekent dat er in montessorionderwijs met leersituaties in een context wordt gewerkt om dieper en rijker te kunnen leren. Er wordt gewerkt met montessorimateriaal waarmee de leerlingen zelf kunnen leren en ontdekken. Montessorimateriaal is bijvoorbeeld de cijfers 1 tot 10 met fiches erbij, vaak van hout. Het echte montessorimateriaal zag ik vooral terug in de förskola. De ruimte lag er vol mee en het werd gepresenteerd door de leerkrachten, waarna de leerlingen er zelfstandig mee aan de slag konden gaan. De ruimte bestond uit verschillende hoeken: rekenen, taal, thema, sensorisch materiaal, creatief en mijn favoriet de keuken. Deze keuken was helemaal op maat van de leerlingen gemaakt. Hier zag ik kinderen zelf een stukje knäckebröd met boter smeren, een sinaasappel persen of een appel snijden. Dit konden ze allemaal zelfstandig. Nadat ze klaar waren lagen er doekjes in de kast en een teiltje water en maakten ze hun tafel schoon. Heel mooi om te zien hoe zelfstandig de leerlingen werkten. Hoe ouder de leerlingen hoe minder echt montessorimateriaal ik in de klas zag. Wel werd veel van het lesmateriaal zelf gemaakt door de leerkrachten en werden weinig lesmethodes gebruikt.
Interactie met volwassenen gaat om niet te veel en niet te weinig interactie met volwassenen. In het montessorionderwijs moet de leerkrachten kunnen herkennen wanneer de leerlingen hulp nodig hebben en wanneer ze vooral niet moeten ingrijpen. De leerkrachten op de school lieten de leerlingen naast de klassikale momenten veel zelfstandig werken. Tijdens het zelfstandig werken focuste de leerkracht op een bepaalde leerling of meerdere leerlingen. Vanwege de taalbarrière en omdat ik de leerlingen niet ken was het lastig om te zien of deze hulp ook nodig was.
Orde in de omgeving spreekt redelijk voor zich. In een montessorischool zijn de klaslokalen kalm en geordend. Alles heeft een plek waar de leerlingen zelf bij kunnen, zodat ze onafhankelijk worden en hun leren gestimuleerd wordt. Op de school zag ik dit zeker terug. De lokalen hadden warme kleuren, materialen waren van goede kwaliteit en ze hadden allemaal een vaste plek in het lokaal. De sfeer in de klas was daardoor gezellig maar ordelijk.
Tot slot deel ik graag wat dingen die ik gezien heb in de school die ik erg interessant of inspirerend vond en graag mee neem naar Nederland.
Veckaplanering: de school houdt zich veel bezig met de doelen van de verschillende vakken. Aan het begin van de week bij grade 4-5 werd de inhoud van de verschillende vakken van die week even kort doorgenomen. Deze inhoud stond ook voor in de klas op een klein whiteboard geschreven, met het weeknummer van die week erbij. Fijn om te weten voor de leerlingen wat ze in die week gaan leren. Ook werken ze met ‘de 7 vragen’ bij elke les. Hierdoor weten de leerlingen wat ze gaan doen, waarom, hoe lang, op welke plek, met wie, etc.
Exit ticket: bij grade 4-5 werd aan het eind van de les voor de pauze een vraag opgeschreven over de afgelopen les en strookjes papier uitgedeeld. Door het antwoord van de vraag op het strookje papier te schrijven hadden de leerlingen een ‘exit ticket’ om de les te verlaten. Goed voor de leerlingen om nog een keer te herhalen en goed voor de leerkracht om een beeld te krijgen in hoeverre de stof begrepen is.
Planering: de voorbereidingstijd voor leerkrachten is hier heel anders georganiseerd. In plaats van dat alle leerkrachten in hun lokaal blijven zijn er werkruimtes voor de verschillende leerjaren (F-1, grade 2-3, grade 4-6, etc.) waar leerkrachten een bureau hebben en alle honderden mappen en boeken voor voorbereiding/administratie staan. Zo heeft de leerkracht veel minder spullen in de eigen klas nodig (goed voor orde in de omgeving). Op de school geeft de leerkracht niet alle vakken aan één klas, maar een aantal vakken aan meerdere parallel klassen. Hierdoor hebben de leerkrachten tussendoor en na schooltijd op hun rooster ‘planering’ staan. Deze tijd gebruiken ze voor het voorbereiden van hun lessen. Het lijkt erop dat ze meer voorbereidingstijd hebben en doordat ze in dezelfde ruimte zitten met de bouw kan er tussendoor wat aan elkaar gevraagd worden.
Meditatie & massage: heel leuk om te zien waren twee ‘ontspanningsoefeningen’ in F-1. Na de gymles gingen ineens alle leerlingen op de grond liggen en klonk er een ontspanningsmuziekje. De leerkrachten ging zachtjes praten en dit klonk als een soort begeleide meditatie in de vorm van een verhaal. Op een ander moment zei de leerkracht aan het eind van de dag dat ze massage gingen doen. In tweetallen masseerden de leerlingen elkaars rug. De leerkracht deed bij één leerling de beweging voor die de rest van de klas kon kopiëren. Beide momenten zorgden voor veel rust in de klas en die rust bleef ook even hangen.
Textilslöjd & Träslöjd: twee vakken (textiel handwerk en hout handwerk) wat je in Nederland niet echt vaak ziet op school. De leerlingen vinden het heel leuk en ze doen naar mijn idee ook hele goede vaardigheden op. Ze hebben voor beide vakken een apart lokaal en een vakdocent.
Rast & lunch: de pauzes zijn hier langer en de leerlingen krijgen een warme lunch op school. Dat zou ik de leerlingen in Nederland ook gunnen!
Wat een gave en leerzame ervaringen doe je op Brigitte! Mooi dat je met deze internationale perspectieven een vernieuwde bijdrage kan gaan leveren aan het Nederlandse onderwijs!